Het politieke (onder)bewustzijn
Dertig jaar na de première van zijn speelfilmdebuut Josephine, the Singer and the Mice People, keert de Oekraïense filmmaker Sergii Masloboisjtsjikov terug naar IFFR voor een retrospectief van zijn werk. Filmcriticus Sonya Vseliubska plaatst de films in hun historische en hedendaagse context en onderzoekt hun artistieke en politieke betekenis.

De films van film- en toneelregisseur, scenarist, schilder, graficus en docent Sergii Masloboisjtsjikov worden gekenmerkt door zijn vermogen om verschillende artistieke talenten samen te laten gaan terwijl hij op belangrijke thema’s reflecteert. De 13 films van zijn ruim 30 jarige loopbaan tonen aan dat Masloboisjtsjikov kwaliteit en artistieke vrijheid altijd boven kwantiteit heeft geplaatst. Tegen de achtergrond van de voortdurende invasie van Oekraïne bekijkt dit retrospectief zijn vergeten werk door een politieke bril. Masloboisjtsjikovs films zijn een indrukwekkende mengeling van documentatie en verkenning van het politieke bewustzijn en onderbewustzijn van Oekraïne en ook, ondanks de soms experimentele vorm, verbluffend realistisch.
Masloboisjtsjikov noemde het kunnen combineren van verschillende kunstvormen ooit een jongensdroom. Als tiener acteerde en studeerde hij, later was hij actief in de beeldende kunst en het theater, maar hij bleef dromen over film. Net als veel andere getalenteerde Oekraïense filmmakers volgde hij een filmopleiding in Moskou, het toenmalige filmmekka in de Sovjetregio. Maar Masloboisjtsjikov had nog een andere reden: Roman Balajan, een meester van de Oekraïense film, gaf daar les in regisseren en scenario’s schrijven. De films die hij tijdens zijn studie maakte, hebben al meteen de unieke stijl die ook zijn latere werk zou kenmerken. Village Doctor (1988), een bewerking van een belangrijk literair werk van Kafka met een filosofische lading, heeft een afwijkende verhaallijn, experimenteel camerawerk en ongepolijste montage. In The Different One (1989) wordt ook zijn belangstelling voor de psychologie van de samenleving in een onverklaarbare morele crisis zichtbaar. Rond 1990, toen zijn films al op festivals waren vertoond en hij ook in eigen land begon op te vallen, had Masloboisjtsjikov zich al gevestigd als een veelbelovende auteur.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie raakte de Oekraïense film in verval: bij gebrek aan overheidssteun bracht de felbegeerde creatieve vrijheid ook verwarring met zich mee. De Oekraïense film van de jaren 90 bestond uit een onsamenhangend groepje debutanten dat op zoek was naar een nieuwe, onafhankelijke filmtaal. Een van de belangrijkste werken uit dat decennium is Masloboisjtsjikovs meesterwerk Josephine the Singer and the Mice People (1994), waarin zijn unieke stijl en zijn belangstelling voor het politieke (onder)bewustzijn volledig tot bloei kwamen. Ook dit was een Kafka-bewerking. Hij noemde de film een musical en verving de liedjes door gepiep. Josephine heeft een zangstem met een helende werking en gaat gebukt onder de last van haar sensualiteit en haar verantwoordelijkheidsgevoel tegenover het volk. De spanningen van die periode worden weerspiegeld in het verhaal over een samenleving in een enorm theater waar door alle problemen en ruzies de zo begeerde grote ruimte beangstigend wordt in haar omvang. De film werd later geïnterpreteerd als een universele profetie van de grote politieke veranderingen en de psychologische staat van het land.
Door de afwezigheid van productie- en distributiesystemen weken veel regisseurs uit naar de televisie of andere kunstvormen. In de periode dat Masloboisjtsjikov in het theater werkte, maakte hij ook televisiedocumentaires. In dit medium introduceerde hij originele verhalen en nieuwe vormen en was hij kritisch over televisie als kunstvorm en de suggestie van auteurschap in die wereld. In The World of Sasha Shumovich (1997) en Lider (2000) maakte hij documentaire portretten van mensen die belangrijk waren voor zijn werk – een cameraman en zijn inspirator in de toneelwereld. De op interviews en archiefbeelden gebaseerde films zijn geen biografieën, maar geven een filmisch beeld van de filosofie van zijn voorbeelden. In …from Bulgakov (1999) schetst hij een surrealistisch portret van de schrijver tegen de achtergrond van zijn complexe nationale identiteit en Two Families (2000) gaat over de verwantschap tussen de twee culturele giganten van Oekraïne en Rusland. Deze vier films hebben allemaal een experimentele verhaallijn en zijn een mengeling van alle kunstvormen die hij beheerst. Masloboisjtsjikov combineert documentaire en fictie, gebruikt de beeld-in-beeldtechniek, collages, split screens en legt beelden over elkaar. En belangrijker nog, de verteller is altijd in beeld, wat er ook op de achtergrond gebeurt. Achter die verwarrende polyfonie gaat een duidelijk politiek standpunt schuil – het belang van diversiteit aan stemmen en visies. Thema’s en beelden die niets met elkaar te maken lijken te hebben komen samen en creëren zo een dialoog over het culturele erfgoed, de identiteit en het bewustzijn van Oekraïne. Masloboisjtsjikov is zich terdege bewust van de complexiteit van die dialoog en maakt zijn filmtaal dus net zo complex.
In 2002 verliet hij het theater om een tweede speelfilm te regisseren. The Noise of the Wind (2002) is een vrije bewerking van Goethes gedicht over mensen die gebukt gaan onder een ondraaglijke angst waar ze ook niet zonder kunnen. De film is gedraaid in een deprimerend kleurenpalet in de Dovzhenko Studio en speelt in een vaag gehouden tijd. Net als in Josephine is de angst onverklaarbaar, maar wel voelbaar en creëert samen met de zoektocht naar oorzaak en gevolg een bovennatuurlijke dimensie. Een terugkerend thema is een droom waaruit de personages niet kunnen of durven ontwaken. Het metaforische, intense geluid van de wind is de voorbode van verandering.
Dit ontwaken uit een droom vond plaats in 2004 met het uitbreken van de Oranjerevolutie als gevolg van de woede van de Oekraïners over de verkiezingsfraude. Masloboisjtsjikov besloot dit ontluikende politieke bewustzijn vast te leggen met behulp van symposia en dialoog, vormen die hij had ontwikkeld in zijn televisiewerk. Nevseremos! People of Maidan (2005) begint met de woorden “een filmische poging tot dialoog”. Door goed te luisteren naar de meningen en standpunten van Oekraïners uit het hele land brengt hij een dialoog op gang, die, zoals deze revolutie aantoonde, volledig ontbrak. Jaren later, toen de Maidan opnieuw volliep vanwege een nog ernstigere bedreiging spitte Masloboisjtsjikov nog dieper met zijn camera. Ukrainian Argument (2014) begint met een vergelijking van en de verschillen tussen de twee Maidan-protesten en vindt al meteen een overeenkomst – alles was geradicaliseerd. Door meer meningen te laten horen van een bredere groep mensen toont hij aan dat de ‘Maidan’ een volksinitiatief is, niet van een massa, maar van een groep unieke individuen. De escalatie van de politieke onrust gecombineerd met escalerende documentaire werkwijzen is onlosmakelijk verbonden met de Oekraïense film. Het protest dat uitmondde in een revolutie en later zelfs in een grootschalige oorlog leidt tot een continuüm. Zijn meest recente documentaire, Invasion (2023), een verslag van de bezetting van Cherson, is daar een goed voorbeeld van. Het grootschalige wordt weerspiegeld in de filmtaal en de transmediale benadering waarbij allerlei beelden worden gebruikt.
Toen Oekraïne in een langdurige oorlog terechtkwam en er steeds meer gesproken werd over de nationale identiteit en dekolonisatie, maakte hij Own Voice (2016), zijn sensueelste film. Een bijzonder indringende titel voor een documentaire over het oude Oekraïense koor ‘Sjtsjedrik’ in de typische Masloboisjtsjikov-stijl. Het politieke van de film schuilt in de onderdompeling in cultuur, een manier om na te denken over de waarde van de Oekraïense stem en zijn oorsprong. In dit geval is de dialoog vervangen door gezang waarin de stemmen van de oude en nieuwe generaties samenkomen. De regisseur is vooral geïnteresseerd in de nieuwe generatie die deze stem ook in de toekomst zal laten horen
Na een lange onderbreking vanwege zijn werk in het theater maakte Masloboisjtsjikov in 2024 Yasa. Zijn in alle opzichten beste film gaat over twee vrouwen uit verschillende generaties die elkaar vinden in het verdriet over het verlies van een gemeenschappelijke dierbare in de Revolutie van de Waardigheid en is een geweldige psychologische analyse van de Oekraïense samenleving. Hoewel de film is gemaakt voor de invasie begon, is hij nu relevanter dan ooit. In Yasa zien we een apocalyptisch beeld waarin de heldin oorlogstaferelen gadeslaat door een panoramisch raam in hartje Kiev. Masloboisjtsjikov een profeet noemen zou te eenvoudig zijn. Zijn intuïtie komt voort uit een in jaren opgebouwd persoonlijk politiek bewustzijn en zijn vermogen het onderbewustzijn van de samenleving aan te voelen en te vertalen in film. Dat maakt hem een unieke filmmaker in de geschiedenis van de Oekraïense cinema.
geschreven door Sonya Vseliubska