Als de verteller in een droom wordt bezocht door zijn overgrootvader, vinden gelaagde en verdoezelde verhalen over het koloniale tijdperk hun weg naar zijn onderbewustzijn. Hij dwaalt door bekende en toch vreemde taferelen, van de impact van de koloniale suikerindustrie tot de ontberingen van de Javaanse boeren en de donkere kamer van zijn vader. Herinneringen, tijd, dromen en rituelen lopen door elkaar heen en schaduwen uit het verleden dringen door in het heden.