De sobere zwart-witbeelden en het geklingel van bellen voeden een extatische dagmerrie. De opzet is bedrieglijk eenvoudig: we zien slagtanden in contrasterende composities. Maar door het ritme van de montage ontstaat een nieuwe taal. In de achtergebleven tanden schuilen de geesten van dieren – en worden hier tot leven gewekt.