Hunter

Serik Aprimov, vertegenwoordiger van de Kazachse New Wave, keert in zijn nieuwste film terug naar een thema dat hem sinds het begin van zijn loopbaan fascineert: het plattelandsleven op de steppen van Kazachstan. Aprimov bracht zijn jeugd door in een aul (een steppedorp) en beschouwt zichzelf meer als een man van de natuur dan als iemand van de stad. In zijn films staat de aul regelmatig centraal, hij portretteert de mensen die er wonen en brengt de subtiele sociale veranderingen die er plaatsvinden in kaart. Aprimov heeft duidelijk respect voor deze mensen, maar kiest er toch voor ze met al hun menselijke tekortkomingen neer te zetten, en ondergraaft ondertussen vele nationalistische en idealistische mythes. De twaalfjarige Erken woont met zijn alleenstaande moeder, de plaatselijke uitdagende schoonheid. Op een dag verschijnt er een jager uit de steppe, die de nacht met haar doorbrengt. De jongen reageert opstandig: hij steelt het paard en het wapen van de jager en berooft een winkel. De jager wil niet dat Erken in de gevangenis terechtkomt en wil de moeder van de jongen helpen, dus neemt hij Erken mee naar de wildernis. Wat volgt is een prachtige initiatie in de levenswijze van de jager en de geheimen der natuur, en tevens een portret van de reis van de jongen naar volwassenheid. Als in een legende laat Aprimov de eeuwige band én de strijd tussen mens en natuur zien. Zoals gewoonlijk doet hij dit met sympathie voor zijn personages en met humor. (LC)