Ignacio, een veertigjarige professionele dief, ontmoet in een bus uit het zuiden van Chili de mooie buitenlandse Malena, die een kunstbeen heeft. Hij vertelt haar over zijn avonturen van de laatste maanden. Hoe hij meedeed aan een mislukte overval, waarbij een van zijn handlangers zijn vinger iets te gespannen om de trekker van zijn revolver had. Hoe hij op de vlucht sloeg en in de armen belandde van een vreemde maniak in een afgelegen gebied, die hem gevangen hield en schijnbaar zonder reden martelde. Hoe hij uiteindelijk ontsnapte en herstelde bij een Indiaanse boerin. En verder vertelt hij over zijn oudere broer Dámaso, eveneens lid van het boevengilde, zoals eigenlijk de hele familie. Dámaso is deels door Ignacio’s schuld in de gevangenis beland. En dan zijn er nog zijn licht gestoorde zuster Julieta en zijn jonge neef Tak, die uit het criminele milieu probeert te blijven.Cielo ciego is het verhaal van arme, al wat oudere boefjes, die eigenlijk een vrij normaal, burgerlijk bestaan leiden, totdat een verkeerde beslissing hen in een gewelddadige hel terecht doet komen. De afwisseling tussen het rustige huiselijke leven en de criminele bezigheden waarbij iedereen zomaar de controle kan verliezen, bepaalt het ritme van Acuña’s speelfilmdebuut. Zo nu en dan snel, hard en refererend aan Amerikaanse misdaadfilms, dan weer een rustige en compassievolle schets van een familie die zijn rug kromt tegen de spelingen van het lot.
