Psychologische studie van het meisje Bo-ka, de dochter van een weduwnaar die haar vader helpt met het werk in een klein hotel. In het hotel verblijft een groep geologen en Bo-ka wordt verliefd op een van hen, Gaba. Hij ziet haar echter slechts als een kind, gaat elke avond stappen en bekommert zich niet om haar. Zij onderschept de telefoontjes van de vrouwen met wie Gaba aan de zwier is geweest en speelt machtsspelletjes met hem hierover. Door zijn avontuurlijke leven krijgt Gaba ook problemen met zijn baas; hij is te vaak afwezig. Het wordt Gaba steeds duidelijker dat Bo-ka’s gevoelens voor hem heuse liefde betreffen. In eerste instantie wijst hij haar af ! ze is immers nog maar een kind ! maar allengs gaat hij steeds meer voor haar voelen. Te laat echter: Bo-ka gaat studeren in Praag en verlaat het hotel. De kracht van de film ligt in de visuele esthetiek. De leegheid van het landschap, geaccentueerd door indrukwekkende boortorens, komt schitterend tot uiting door het cinemascope-formaat en het contrastrijke zwart-wit. De eenzaamheid van de personages is dankzij deze vormgeving overrompelend.
