Iets uit het verleden, maar nog steeds actueel. In een fictief Latijns-Amerikaans land, vul maar een willekeurige naam in, wordt een coup gepleegd en als de president, die in Europese weelde leeft in Parijs, dat hoort, moet hij tijdelijk terug om de opstand de kop in te drukken. Als de orde is hersteld, keert hij terug naar zijn luxe leventje – tot het nieuws van zijn hardhandige optreden doordringt tot Europa en hij daar niet langer welkom is. Maar een nieuwe geweldscyclus zal dat opnieuw veranderen…
Miguel Littins film, gebaseerd op de gelijknamige roman uit 1976 van Alejo Carpentier, een van Cuba’s beste schrijvers, is een schitterend, visueel oogverblindend verhaal over de situatie in Latijns-Amerika – dat natuurlijk ook van toepassing is op de rest van de wereld. De combinatie van Littin en Carpentier is meer dan passend, met name op biografisch niveau, aangezien beiden vele jaren in ballingschap leefden en veel van hun beste werk in het buitenland maakten. Dat Regis Debray, een van de vooraanstaande linkse figuren uit die tijd en een bekende Unidad Popular-sympathisant, meeschreef aan het scenario maakt het helemaal af.