Er waren eens twee broers, in het tijdperk van Marcos, die stamden uit een familie van rijke landeigenaren. De oudste heette Lorens, en hij bewerkte de grond, net als zijn voorouders. De jongste heette Ellis, en hun moeder was zo dol op hem dat ze hem naar de grote stad stuurde om een goede opleiding te volgen en haar trots te maken.
Maar als Ellis terugkeert, is hij niet alleen. Zijn moeder moet niets hebben van zijn toekomstige bruid. Als ze hem vraagt naar zijn prijs, eist hij de grond op, en zo worden de broers vijanden…
Cain at Abel is een typische Lino Brocka-ervaring: een bijtend commentaar op de Filipijnse heersende klasse van landeigenaren en hun voortdurende interne machtsstrijd, in de vorm van een zwierig melodrama met wat bruut en groots geweld. Het is nietsontziend entertainment, vol passie en verrassingen, maar ook humor, dat het publiek genoeg stof tot nadenken geeft over de leiders van hun land. En het is ook een religieuze allegorie – hoe kun je een archipel vol katholieken beter benaderen? Samengevat: het is cinema.