Er wordt al gesproken van een ‘Southern Wave’, nu de een na de andere internationaal opzienbarende film, van Long Days Journey Into Nighttot Dwelling in the Fuchun Mountains, uit het (sub)tropische zuiden van China lijkt te komen.
De kenmerkende hypnotiserende en klamme atmosfeer is ook te voelen in de tweede lange film van Gao Ming, zelf afkomstig uit Shenzhen, die de weersgesteldheid van de vochtige vroege zomer als lens gebruikt om een relatie uit te vergroten van een jong stel dat uit elkaar groeit en zich in de armen van anderen gooit. Zij is een onafhankelijke jonge vrouw die werkt in een bloemenwinkel, hij een wat onopvallende, onvolwassen piekeraar, werkend als beveiliger. Terwijl hun relatie op een dood spoor is beland – zonder dat ze het zelf, zoals zo vaak, in de gaten hebben – stelt de film scherp op het onuitgesprokene en de ongerichte trivialiteit van het leven dat dan toch nog plotseling zijn loop hervindt.