Dada’s Dance

Zhang Yuan, ooit voorman van de Chinese zesde generatie met Beijing Bastards, filmt hier zwoel en dynamisch de zoektocht van een meisje (de beeldschone Li Xinyun) naar haar biologische moeder. De jonge, eigenzinnige Dada is niet blij met de nieuwe vriend van haar moeder. Hij woont bij hen in en wat eerst een tijdelijke aangelegenheid leek, lijkt steeds vastere vormen aan te nemen. Als Dada de man hierop aanspreekt, vertelt deze haar dat haar moeder niet haar werkelijke moeder is. Verongelijkt en in de war loopt Dada weg, met haar verliefde buurjongen in haar kielzog. Op zoek naar de biologische moeder van de naar een eigen identiteit snakkende puber raken de twee steeds meer op elkaar aangewezen. De reis wordt een aaneenschakeling van aan- en afstoten, waarbij Dada geen tijd en geduld heeft voor de zielenroerselen van haar jonge aanbidder. Als hun odyssee na een paar ontluisterende ontmoetingen succesloos blijft, wil ze weer naar huis. De vraag is wat is wat ze daar aan zullen treffen.
Dada’s Dance is de dwarse geschiedenis van een recalcitrante jonge vrouw, maar de regisseur portretteert haar daarnaast via de ogen van haar buurjongen als een begeerlijke, sensuele belofte, waardoor de film een verrassende zachtheid krijgt. Guerra’s muziek verleent haar rite de passage bovendien een melancholieke ondertoon, met de onvermijdelijke volwassenheid in het vooruitzicht. (GT)