De Barcelonese veteraan Portabella, in de jaren zestig al producent van Buñuels Viridiana, toont zich even eigenzinnig als springlevend met Der Stille vor Bach. In zijn onderwerp en in het structurele gebruik van muziek herinnert de film aan Chronik der Anna Magdalena Bach van Straub en Huillet. De titel verwijst naar het bekende gedicht van de Zweedse dichter Lars Gustafsson, De stilte van de wereld voor Bach. Daarin wordt de betekenis van Bach voor de wereld, en de positie van zijn muziek in de Europese beschavingsgeschiedenis, duidelijk gemaakt door de eenvoudige, poëtische gedachte dat er ooit een wereld zonder Bachs muziek bestond.
Hoe Bach de wereld door zijn muziek transformeerde, daarover gaat de film. We zien fragmenten waarin muziekstukken van Bach, en twee sonates van Mendelssohn, uitgevoerd worden op authentieke instrumenten, maar ook op eigentijdse instrumenten als een mondharmonica. De settings van de afwisselend dramatische, documentaire, zuiver kunstzinnige of essayistische verhalen lopen sterk uiteen - in tijd en plaats: van de achttiende-eeuwse Thomaskirche in Leipzig waar Bach (gespeeld door organist Christian Brembeck) zijn kinderen onderricht, tot de 21ste-eeuw decors, zoals de hallucinante scène waarin een camera door een rumoerige rijdende metro vol cellisten achteruit pant. (GT)