Deze elfde film van Aleksej Balabanov is niet alleen de langst verwachte maar waarschijnlijk ook de meest bediscussieerde film uit zijn loopbaan. Vanaf de aankondiging van het script tot en met de première op het festival van Sotsji heeft de film voor veel beroering gezorgd. Het is dan ook een provocatie à la Balabanov bij uitstek. Het lijkt wel of alle elementen van zijn vorige films, zoals Brother, Of Freaks and Men en Dead Man’s Bluff, hier met verdubbelde kracht terugkeren.
Deze rauwe pre-perestroika-thriller gaat over een bezeten politieman, diens moeder, de plaatselijke partijleider en zijn dochter, en nog allerlei anderen in het kleine Russische stadje Leninsk. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de oorlog in Afghanistan. Balabanov wilde een portret schilderen van de ‘stervende’ Sovjetunie en zich uitspreken tegen de huidige trend van Sovjetnostalgie.
Een klein krantenbericht vormde de inspiratie voor deze spiegel van het morele verval in die tijd. De dochter van de plaatselijke communistische partijleider verdwijnt spoorloos nadat ze een discotheek heeft bezocht, en diezelfde avond wordt er aan de rand van de stad een gruwelijke moord gepleegd. Beide zaken worden onderzocht door rechercheur Zjoerov van de plaatselijke politie.
Omdat enkele van de acteurs met wie Balabanov eerder samenwerkte weigerden een rol te spelen in dit rauwe drama, maakte hij met succes gebruik van nieuwkomers en een aantal minder bekende gezichten. Dit afsluitende beeld van het midden van de jaren tachtig komt pijnlijk realistisch, welhaast surrealistisch, over. (LC)
- Filmmaker
- Alexei Balabanov
- Productieland
- Rusland
- Jaar
- 2007
- Festivaleditie
- IFFR 2008
- Lengte
- 89'
- Medium/Formaat
- 35mm
- Originele titel
- Gruz 200
- Taal
- Russisch
- Producent
- Sergey Selyanov
- Productiebedrijf
- CTB Film Company
- Sales
- Intercinema Agency
- Scenario
- Alexei Balabanov
- Camera
- Alexander Simonov
- Editor
- Tatyana Kuzmichyova
- Production Design
- Pavel Parkhomenko
- Sound Design
- Mikhail Nikolayev
- Cast
- Alexei Serebryakov, Leonid Gromov