Om een beeld te kunnen reproduceren moet het gereduceerd worden tot elementaire componenten, zoals een raster van puntjes, pixels of filmframes. Oorebeek is geïnteresseerd in de vervormingen die in dit proces optreden, waaruit nieuwe beelden met nieuwe betekenissen kunnen ontstaan. Het werk in de tentoonstelling is een gevonden rasterpatroon dat elk daaroverheen vallend beeld tot potentiële reproductie transformeert. Schaduw of spiegelbeeld van de kijker of van de omgeving raken daardoor losgeweekt van hun ‘origineel’.