Igloolik, lente 1946. Inuaraq gooit botten in de rivier en ziet vissen heen en weer zwemmen. Terug in de tent, stuurt Qulitalik de jongemannen er op uit met vissperen om hun geluk te beproeven. De tocht door de snelstromende rivier is spannend maar verraderlijk. De vissen verstoppen zich, en het is makkelijk om in het water te vallen.