6:3

Om direct aan alle onduidelijkheid over de titel een eind te maken: 6-3 is voor veel Hongaren net zoiets als 2-1 voor de meeste Nederlanders. In 1953 versloeg het beroemde Hongaarse elftal de Engelsen met die cijfers. Op het moment dat de scheidsrechter affluit, wordt een kind geboren. Zijn moeder lijkt minder blij met de gebeurtenis, want ze staat hem direct af. Het jongetje dat aanvankelijk 6-3 genoemd wordt, en later Tutti (‘Zeker Weten’), lijkt er nooit overheen te komen. Als hij volwassen is, is hij ambtenaar – straatveger, om precies te zijn – en voetbalfanaat, volstrekt geobsedeerd door de beroemde wedstrijd. Op een dag vindt hij een oude voetbal op straat. Hij geeft het ding een trap en dan gebeurt er iets vreemds. Als een vrouw hem vraagt om wat rommel op te ruimen van haar overleden vader, vindt Tutti de trui van Hidegkuti, een van de sterren van het team van ’53. Hij trekt het shirt aan, valt flauw en… wordt wakker in de jaren vijftig. 6:3 is een lichte komedie die op een prachtige absurde manier de stalinistische jaren in Hongarije oproept. Door de onconventionele invalshoek biedt de film een onverwachte reflectie op de Hongaarse geschiedenis. De euforie van de voetbalsuccessen uit het begin van de jaren vijftig werd in 1956 gesmoord door het bloedige neerslaan van de Hongaarse opstand door Russische troepen.