Kiarostami’s films spelen een intrigerend spel tussen werkelijkheid en fictie. Een spel dat nu nog intrigerender en indringender wordt, aangezien onlosmakelijk verbonden is met twee eerdere films van zijn hand, Waar staat het huis van mijn vriend? (1988) en En het leven gaat door (1992). In legt een man aan de camera uit dat hij naar Koker is gekomen om een film te maken, getiteld ‘En het leven gaat door’. Hij is op dat moment bezig een jongeman voor een van de rollen te vinden. De protagonist van deze film-in-een-film is een regisseur die zijn verbazing uitdrukt over een jongeman die vijf dagen nadat de families van hem en zijn vrouw door aardbevingen zijn omgekomen, getrouwd is. De regisseur besluit daarom Hossein, een jonge metselaar, de rol over te laten nemen. Dit verwart Hossein, omdat de vrouw met wie hij in de film moet spelen in werkelijkheid de vrouw is met wie hij wil gaan trouwen. Kiarostami’s meesterlijke regiehand munt uit in trefzekerheid, simpelheid en weet de kijker te transponeren naar een andere plaats in de wereld, en daarmee naar een hele andere wereld.