Een samoerai, Gengo, is erin geslaagd een enorme som geld te vergaren die hij dringend nodig heeft voor het wraakgericht van de ‘zevenenveertig ronin’. Gengo valt in handen van een ogenschijnlijk gewetenloos tweetal dat hem zijn schat aftroggelt. Voor het publiek wordt het echter al snel duidelijk dat de twee in werkelijkheid dienaren zijn van zijn eigen oom en dat zij het geld alleen maar willen verwerven ten behoeve van ‘de jonge meester’, die zij nog nimmer hebben ontmoet. Noël Burch: ‘Jean Ricardou heeft in een artikel over Borges opgemerkt dat “in fictie het reële en het denkbeeldige dezelfde status genieten, omdat beide vastgesteld en beheerst worden door de wetten van de schriftuur”. Shura is een van de knapste demonstraties van dit theorema in de gehele filmgeschiedenis.’
