Booker is ver van huis maar omringd door zijn vrienden en mentoren als gastheer van een uitbundig feest. Maar wanneer het feestgedruis verstomt en de laatste gasten naar huis gaan, voelt hij zich lusteloos. Pas de volgende ochtend, wanneer hij op zijn trompet speelt, vindt hij zijn plaats in de stilte van het zachte, vroege licht.