Een hartverscheurend, maar uiteindelijk hoopvol verslag van de epilepsie van Louis Petit, gedocumenteerd door zijn ouders, filmmakers Christopher Petit en Emma Matthews. Naast de strijd binnen het noodlijdende Britse nationale gezondheidszorgsysteem is deze film een diepgaande essaycollage over technologie, kapitalisme en de menselijke geest.
“We weten meer over de ruimte dan over het brein.” Dit vat de situatie van Louis Petit samen, die leidt aan een zeldzame, angstaanjagende vorm van complexe epilepsie die jaren van zijn jonge leven verwoestte en zijn jeugdherinneringen uitwiste. De ouders van Louis, filmmakers Christopher Petit en Emma Matthews, vertellen het verhaal van Louis aan de hand van een buitengewoon archief van beelden, waaronder documentatie van zijn aanvallen. De familie stuit op de starre bureaucratie van de onmenselijke Britse gezondheidszorgregels en zoekt voorlopige oplossingen elders, waaronder in Rotterdam.
Toch is dit slechts één laag van een opmerkelijke essaycollage. Het niet gemaakte filmproject van de vader over twee Amerikanen, schrijver William S. Burroughs en voormalig CIA-directeur James Angleton die beiden verslaafd, obsessief en paranoïde waren, biedt een breder kader om de verbanden tussen “technologie en het onderbewuste”, kapitalisme en de “innerlijke realiteit” van de geest te onderzoeken. Met behulp van een prachtig gemonteerde reeks filmfragmenten, kunstwerken (waaronder de rijke weergaven van Louis van zijn eigen “visionaire” aandoening), geluidstexturen en roadmovie-reizen, richt D is for Distance zich tegelijkertijd op de microkosmos van persoonlijke pijn en de macrokosmos van sociaal verval. De details zijn somber, maar de film is een baken van hoop.