In tegenstelling tot Angelidi’s andere filmtitels is Topos slechts één woord, dat in de meest algemene zin naar ‘ruimtes’ verwijst. En dat is wat we de hele film door zien: ruimtes. Theaterruimtes, waar een beroemde scène of tafereel van een schilderij uit de westerse canon wordt nagespeeld. Sommige scènes behoeven een podium, andere doen wat gestileerd aan, maar hebben de echte wereld als achtergrond – voor Angelidi hoeft het niet vormvast te zijn.
Om de artistieke wateren nog wat verder te vertroebelen, zien we hier en daar projecties op de achtergrond. Of groepen die bewust in een tableau vivant zijn opgesteld te midden van een op zichzelf al abstracte artistieke setting, alsof het concept ‘kunstmatig’ zelf geridiculiseerd wordt. Wat doen deze verschillende lagen van vervreemding met de manier waarop we naar vrouwenlichamen kijken? Hoe vervormen ze het idee van schoonheid – en hoe wordt pijn een sleutel tot het vrouw-zijn? Er zijn weinig films zoals Topos, en er is er geen een die op een vergelijkbare kritische manier naar westerse kunst kijkt.