In een uitgestrekt, schijnbaar onbewoond landschap woedt een burgeroorlog. Terwijl mannen vechten en sterven, zoekt een zwijgzame vrouw haar zoon die ontvoerd is door handelaren in kinderorganen. Ze wordt vergezeld door ‘de Steppenwolf’, een ex-gedetineerde die zijn leven heeft gebeterd en nu een meedogenloze rechercheur is. Het bizarre stel is vastbesloten hun missie te voltooien en elk obstakel – meestal mensen – uit de weg te ruimen.
Na het succesvolle Assault (IFFR 2022) keert de productieve filmmaker Adilkhan Yerzhanov terug met Steppenwolf, zijn vijftiende speelfilm in twaalf jaar. Steppenwolf vertoont Yerzhanovs kenmerkende absurdistische stijl en vormt een blijk van zijn bekwaamheid. Hij verweeft behendig klassieke elementen uit westerns, roadmovies en wraakdrama’s (met John Fords The Searchers, 1956, als grootste inspiratie). Yerzhanovs weet deze genres meesterlijk tot de kern terug te brengen en presenteert ze op een ondubbelzinnige manier die doet denken aan de structuur van een videospel: schieten, schat bemachtigen, en opnieuw. In zijn meest gestileerde, visueel boeiendste en genre-overstijgendste werk tot nu toe houdt hij zich niet in als het om geweld gaat: dat is bloederig, hevig en overvloedig. Yerzhanov haalt alles uit het adembenemende landschap waarin de actie plaatsvindt. De schoonheid ervan steekt scherp af tegen de bloederigere elementen, waarvan de impact ondraaglijk zou zijn als Yerzhanov ze niet zou verluchtigen met humor – al is die dan gitzwart.