In de jaren 90 van de vorige eeuw wonen drie jonge broers in een slaperig bergdorp in Zuid-India. Samen met hun Duitse herder verblijven ze in een enorm landhuis, omringd door plantages. Ze doen boodschappen, dragen water de berg op, zorgen dat ze klaar zijn voor school en helpen de arbeiders op het landgoed. Hoewel de jongens het huishouden vrijwel alleen draaiend houden, is hun vader de baas in dit verlaten domein. Een glimp van deze meedogenloze tiran volstaat om hen te laten beven.
Het autobiografische Naangal is de compromisloze debuutspeelfilm van Avinash Prakash, gemaakt met een opmerkelijke integriteit. Dit gezinsepos dompelt het publiek onder in het gezamenlijke universum van de jonge jongens, zodat we meevoelen met de gedeelde blijdschap en allesverlammende angsten. Hun despotische vader is een bijna mythisch personage. Maar naarmate we hem beter leren kennen, zien we de man achter het masker; een mislukkeling wiens autoriteit gebaseerd is op een wanhopige poging om controle over zijn leven te behouden.
Naangal blijft oprecht in de weergave van plaats en tijd, maar vooral aan zichzelf. Zonder blikken of blozen staart de film naar een oerwond, het begin van een tragedie. Die eerlijke, kritische kijk op de dingen is even bijzonder als ontroerend.