Een virus waardoor jongeren naar verluidt massaal zelfmoord plegen verspreidt zich over Sri Lanka. De Disease Control Unit schuwt geen enkel
middel om de angstaanjagende pandemie in te dammen en wijst naar bovennatuurlijke
krachten die alleen overwonnen kunnen worden door eeuwenoude genezingsrituelen.
Terwijl ouders rouwen om hun kinderen die sterven of verdwijnen, bereiden
handlangers van de regering de lijken en de nog levende gevangenen voor op een
zuivering van verontrustende grootte.
De pogroms van 1983. Het in 1994 ontdekte Sooriyakanda-massagraf. De dertigjarige Sri Lankaanse Burgeroorlog. De grote protesten in 2022. Na
decennia van onderdrukte opstanden en burgeroorlogen houdt filmmaker Jagath
Manuwarna Sri Lanka een spiegel voor met zijn dappere, vastberaden
speelfilmdebuut. Door tegen een achtergrond van opstand uiteenlopende
standpunten te verweven – van een treurende alcoholische vader en een door
twijfel gekwelde monnik tot het theekransje van een antirebellie-eenheid – levert Manuwarna een indrukwekkend en krachtig epos af.
De elegant gecomponeerde lange shots van cameraman Vishwajith Karunarathne spelen, met behulp van donkere humor, met de aard van
desinformatie van de overheid, bijvoorbeeld door eenvoudige close-ups langzaam
uit te zoomen en zo een duistere waarheid te onthullen. Ondertussen vormt de
adembenemende schoonheid van Sri Lanka een stille, droevige aanwezigheid – die ook
na de film nog voelbaar is.