De personages in Damir Čučić’ dromerige, experimentele liefdesverhaal Slowly Nowhere, leven tien jaar in de toekomst, maar zijn nostalgici en lijken in de verkeerde tijd geboren. Filmstudent Oleg leeft een spartaans leven en omringt zich met analoge technologie. Bibliothecaresse Marta schrijft in haar vrije tijd avant-garderomans met wisselende vertelinstanties. Vanuit de perspectieven van beide personages toont Čučić’ film een romance die voortdurend nieuwe vormen aanneemt.
In Slowly Nowhere lopen – net als in Olegs afstudeerproject – vormexperimenten over in persoonlijke ervaringen en wordt het alledaagse leven van de personages afgewisseld met eclectische, visueel abstracte fragmenten: pulserende warmtekaarten, het scherm dat in verschillende kleuren flikkert, digitale vlekken, gemanipuleerde found footage en lichtpatronen op verschillende ondergronden. Zelfs vrijende lichamen veranderen in sensuele silhouetten op een achtergrond van fluorescerende kleurvlakken.
De film houdt het midden tussen documentaire en fictie. De aanwezigheid van een personage berust vaak slechts op de verbeelding van een ander personage, wat de grens tussen werkelijkheid en fantasie vervaagt. Oleg maakt zijn werk in een drugswaas en Marta schrijft een mannelijk personage en leest obscene teksten voor aan een onzichtbare gesprekspartner aan de andere kant van de lijn. Slowly Nowhere voert de kijker mee in een hypnotiserende verkenning van de fluïditeit van identiteit en verlangen.