Toen Judit Elek raadselachtige en uiterst verontrustende verhalen hoorde over het dagelijks leven van meisjes en jonge vrouwen op het Hongaarse platteland, reisde ze onmiddellijk af naar een van de dorpjes, Istenmezején, om meer te weten te komen over wat daar aan de hand was.
Hier werden jonge meisjes uitgehuwelijkt aan mijnwerkers om de rest van hun leven huishoudelijk werk te verrichten. In Istenmezején ontmoette Elek een groep meisjes wier leven ze besloot te volgen en documenteren. Daarmee begon een reis die een paar jaar zou duren, waarin ze het vertrouwen van de bevolking won, wat uiteindelijk zou leiden tot wat ze zelf als haar belangrijkste werk beschouwt – en waarbij ze gaandeweg onherroepelijk een deel van zichzelf kwijtraakte.
Een cinéma vérité-monument waarin we Elek ook in beeld zien met de vrouwen die ze portretteert, bijvoorbeeld pratend in een weiland of optredend als een zeer openbare vertrouwenspersoon. De verhalen zijn vaak schokkend – zoals dat van een vrouw die de voorkeur gaf aan werken in een fabriek boven een huwelijk, omdat ze de gedachte levenslang vast te zitten aan een gewelddadige dronkaard onverdraaglijk vond – wat al genoeg zegt over het leven van alledag in Istenmezején.