Als er één onderwerp is dat verdwenen is uit de cinema, dan is het wel sport. Televisie nam het steeds meer over; live uitzendingen werden de beelden en geluiden die ertoe deden, al lijken die tegenwoordig vaak klungelige imitaties van de immens populaire esthetiek die atleten in acteurs veranderde en teams in theatergezelschappen. Televisie maakte sport vluchtig, terwijl cinema het juist eeuwigheidswaarde gaf en ons iets leerde over ruimte en gratie.
Bijvoorbeeld in deze film, met scènes uit een zomer vol trainingen, wedstrijden, voorbereidingen en herinneringen, de ongenaakbare eenzaamheid van elke atleet en de unieke band tussen hen en de toeschouwers. Alleen in sport kunnen mensen zowel vrienden als rivalen zijn en, als het fatsoenlijke mensen betreft, zal de rivaal de vriend nooit verraden.
Jacques Ertaud, een miskend genie in de Franse cinema, maakte samen met Raymond Zumstein een antropologische lofzang op atletiek als lichtend voorbeeld van menselijke verhevenheid – de maatschappij op zijn best en stralendst.