Dit bijzondere coming of age-verhaal is de achtste speelfilm ooit in Soedan gemaakt. De in Dubai opgegroeide Soedanese regisseur Amjad Abu
Alala vond zijn inspiratie niet alleen bij de Soedanese schrijver en activist Hammour Ziada, maar ook bij de vijf jaar die hij zelf als tiener in Soedan doorbracht.
In een krachtige, trefzeker gecomponeerde en klassiek ogende stijl met een
poëtische toets ontvouwt zich deze fabel over de dwang van traditie
en de lokroep van vrijheid, waarin een metafoor voor het huidige Soedan schuilt. In een klein dorpje moet de jonge Muzamil leven met de voorspelling dat hij sterft als hij twintig wordt. Zijn vader is het verdriet bij voorbaat ontvlucht. Zijn al rouwende moeder schermt hem af van de grote wereld. Zo zoekt hij zijn plaats tussen de Koranschool, de avances van een meisje en de filmbeelden die een oude, naar het dorp teruggekeerde cameraman hem laat zien. Opgedragen aan de slachtoffers van de Soedanese revolutie.