Op verdenking van grootschalige investeringsfraude wordt multimiljonair Markus Føns in voorlopige hechtenis geplaatst. Zelfverzekerd als hij is, rekent hij erop dat zijn connecties met de onderwereld hem in het huis van bewaring wel goed van pas zullen komen, maar het tegenovergestelde blijkt waar. Nadat hij door een gevangenisbende in elkaar is geslagen, laat hij zich overhalen tot vrijwillige afzondering op een speciale afdeling die bescherming biedt aan de meest verachte bajesklanten: de vadermoordenaars, de vrouwenmishandelaars en de kinderverkrachters.
De arrogantie van de witteboordencrimineel steekt in deze gevangeniskomedie scherp af tegen het sociale stigma waaronder de overige gevangenen gebukt gaan. Typerend voor de solidariteit op de afdeling is het koor waarin zij wekelijks samen zingen. Het duurt niet lang of ook de nieuweling sluit zich bij de repetities aan, maar meedoen is voor de machiavellist Markus niet genoeg. Als ervaren manipulator begint hij stap voor stap de positie van koorleider Niels te ondergraven.