Een verstilde tussenwereld lijkt het, de tuin en het landhuis waar vier getekende mensen terugblikken op hun leven. En vooruit, op de tijd die ze nog hebben. Spijt is er aan de ene kant, tevredenheid aan de andere. Ergens kijken ze uit naar de toekomst, maar tegelijkertijd duikt regelmatig de wens op om te sterven. En wie staat er nou eigenlijk achter de camera? Kijken we naar acteurs of echte personen? Is daar überhaupt wel een verschil tussen? Tegenstrijdigheden alom in Garten, die pas op de aftiteling duidelijk maakt wie deze mensen van verschillende afkomst zijn.
De Oostenrijkse regisseur Peter Schreiner benevelt zijn kijkers intussen met geluiden van krekels en klokken, en vooral zwart-witcomposities die dankzij het strakke contrast betoverend mooi tot hun recht komen. Hypnotiserend kalm glijdt de camera langs mijmeringen, ruzies en dromen. Een diepe duik in eenzame, verscheurde levens, waarbij de tijd lijkt te bevriezen.