Na experimenteel kort werk komt Tarık Aktaş met dit opmerkelijke en ongewone speelfilmdebuut. Op een veld bij een Turks dorpje vindt de zevenjarige Hay een dood paard en ziet hoeveel moeite het zijn vader en anderen kost om het op te ruimen. Aktaş schetst vervolgens het leven van de volwassen Hay in betrekkelijk losstaande gebeurtenissen, zoals gewond raken bij een rituele slacht, een verwarrende ontmoeting in het ziekenhuis en het kappen van een boom.
Verwijzingen naar de jeugdherinnering zijn subtiel – bloed, een lichaam op het strand, een telkens terugkerend touw. De verhouding tussen mens en natuur is essentieel; de elementen water en vuur, aarde en kosmos zijn in de opening al terloops aanwezig. Het is een schijnbaar argeloos realisme, met een onderhuids gevoel van dreiging als drager van een spirituele lijn. Met de ooit door Paul Schrader beschreven ‘transcendente stijl’, sluit Aktaş aan bij filmmakers als Robert Bresson en Lisandro Alonso. Aktaş werd hiermee Best Emerging Director in Locarno.