Begeleid door een vrolijk Chinees deuntje stort in de openingsscène een man van een flat. Zijn gezicht verbrijzelt op de camera, het beeld kleurt bloedrood. Boven zijn hoofd verschijnt een drone. “Het leven bestaat uit vallen en opstaan,” klinkt het in een mechanische voice-over. “Het is verkeerd om zelfmoord te plegen. Geen probleem zo groot of het kan worden opgelost. We moeten altijd positief blijven.” Het vervolg is al even duizelingwekkend; in drie niet-chronologisch vertelde, decennia omspannende delen laat regisseur Ho Wi Ding zien wat (en welke vrouwen) de tragische hoofdpersoon tot zijn wanhoopsdaad hebben gedreven.
Cities of Last Things, de eerste Chinese film van Ho – zijn debuut Pinoy Sunday (2009) was ook op IFFR te zien – werd door de Franse cameraman Jean-Louis Vialard geschoten op afgedankte rollen 35mm-Fujifilm. De kleuren van de dystopische wereld, waarin de overheidscontrole zéér groot is, spatten van het doek, de montage is brutaal, de toon bedrieglijk licht. Bekroond op het filmfestival van Toronto.