De eerste film die Němec in Tsjechoslowakije maakte na zijn langdurige ballingschap. Deze bewerking van een roman van de Tsjechische filosoof Ladislav Klíma, volgeling van Nietzsche en rebelse buitenstaander, is een portret van een krankzinnige koninklijke familie waarvan de leden, onder wie een punkprins en zijn kinky eega, zich volledig overgeven aan pure chaos en waanzin. Door de pulpstijl van de burleske en grand-guignol te gebruiken, drijft Němec de spot met het samenspel van vrijheid en misstand, en toont hij op satirische wijze de relatie tussen zonde en verlichting. De film, gemaakt in Praag kort na de Fluwelen Revolutie, die een proces van globalisering ontketende in het land, is ook een eerbetoon aan die euforische jaren. Toch is Němec zich er ten volle van bewust dat globalisering ook het samenkomen van verschillende perioden betekent, zoals in deze film de barbaarse middeleeuwen een perfecte match vormen met het neoliberale heden.
Film details
Productieland
Tsjechoslowakije
Jaar
1991
Festivaleditie
IFFR 2017
Lengte
87'
Medium/Formaat
35mm
Taal
Tsjechisch
Première status
Geen
Regisseur
Jan Němec
Producent
František Sandr
Scenario
Jan Němec, Ladislav Klíma
Camera
Jiří Macháně
Editor
Alois Fišárek
Production design
Vladimír Labský
Sound design
Karel M. Martínek
Music
Jan Hammer
Acteur
Ivana Chýlková, Vilém Čok, Pavel Landovský, Jiří Bartoška, Jiří Abrhám, Boleslav Polivka