In een verlaten vakantiepark wonen twee mannen samen in een blauwe tent die in een lege witte kamer staat. Boban en Boris plukken bessen of stoken een vuurtje. Soms lopen er wat ezels op het overwoekerde terrein. Een idylle te midden van rigoureus moderne bouwwerken. Met de komst van een derde man wordt hun evenwicht verstoord. De buitenwereld meldt zich, met verhalen over andere tijden en andere plekken. Verhalen over steden in het noorden en het zuiden; over hoe Joegoslavische aannemers een stad bouwden in Nigeria, of over het restmateriaal van de stad Brasilia. Het verhaal van de mannen wordt afgewisseld met beelden van landschappen en ruimtes. De eerste lange film van Dane Komjlen laat zich niet eenvoudig in een cinematografisch hokje plaatsen. Architecturale dagboekfictie met verfremdungs-effecten, een essayistische studie naar fragiele relaties zonder naam met een saluut naar Godard: het is allemaal van toepassing. Een filmische zoektocht naar het antwoord op de vraag: hoe kunnen we naast elkaar leven?