“Ode aan mijn dagelijkse omgeving en de aanwezigheid van twee wezens – één pas gearriveerd, de ander onlangs vertrokken. Beelden verbinden zich tot dromerige passages die het oneindige potentieel van het gezichtsvermogen tonen binnen de eindigheid van alledaagse voorwerpen.” – Dan Browne. Onderdeel van een serie bewerkingen van een tekst van Michael Snow, Poem (1957).