Zakenman Lebrun zag een kans. Samen met zijn partner liet de jonge Congolees een partij T-shirts drukken in China zodat de Congolezen konden laten zien dat ze fan waren van president Kabila. Maar toen hij naar Guangzhou ging om ze op te halen, bleek de levering vertraagd. Zodanig vertraagd dat de verkiezingen inmiddels voorbij zijn. Dus weigert de geldschieter het geld over te maken en zit Lebrun vast in Guangzhou.
Als een vreemdeling in een vreemd land hangt Lebrun nu rond in de neonverlichte metropool en probeert een plan te bedenken. Wat als ze de tekst op de T-shirts veranderen? Niet pro-Kabila, maar Fuck, Shit Kabila? Misschien is daar een markt voor?
De Zweedse kunstenaar Måns Månsson gebruikt deze tragikomische fictie om de nieuwe verhoudingen tussen China en Afrika te schetsen. Afrikanen trekken in groten getale naar Zuidoost-Azië om er een nieuw leven te beginnen. Maar de Chinezen, zegt de vrouw waar Lebrun inmiddels verliefd op is, hebben een spreekwoord: ‘Fool the businessman, but don’t kill him.’ Dat leidt tot aardig wat misverstanden.
- Filmmaker
- Måns Månsson
- Productielanden
- Zweden, Denemarken
- Jaar
- 2014
- Festivaleditie
- IFFR 2015
- Lengte
- 77'
- Medium/Formaat
- DCP
- Talen
- Frans, Engels, Lingala, Mandarijn, Kantonees
- Producenten
- Måns Månsson, Emma Åkesdotter Ronge, Patricia Drati, Tine Fischer
- Productiebedrijven
- Mampasi, CPH:DOX - Copenhagen International Documentary Film Festival
- Sales
- Antipode Sales & Distribution
- Scenario
- Li Hongqi, Måns Månsson
- Camera
- Måns Månsson
- Editor
- George Cragg
- Sound Design
- Abdoulaye Diallo