Nadat ze eerder een documentaire maakte over immigranten die de oversteek wagen van de Marokkaanse havenstad Tanger naar Europa, gaat het adembenemende speelfilmdebuut van Leïla Kilani ook weer over de bitterzoete droom van de globalisering. Het bord uit de titel is springplank, duikplank en piratenplank ineen; een springplank naar een rijker en materialistischer bestaan – alleen wel met gevaar voor eigen leven. Badia en Imane zijn vriendinnen die overdag garnalen pellen in de fabriek, en ‘s nachts onder valse voorwendselen mannen bestelen. Op straat leren ze Asma en Nadal kennen, die een baantje hebben in de Vrije Zone, het Europees georiënteerde deel van de stad. Vooral Badia, temperamentvol gespeeld door Soufia Issami, ziet daarin een opstapje naar meer welvaart. Ze moet daarvoor wel haar criminele activiteiten naar een hoger – en risicovoller – plan tillen. Kilani geeft een rauw, authentiek inkijkje in het streven van arme arbeiders/kruimeldieven naar een beter bestaan. Stilistisch is de film een even stemmige als dynamische film noir, waarin de shots van nachtelijk Tanger contrasteren met de weidsere opnamen bij daglicht.