In een rommelig Canadees appartement brengen een man en een vrouw samen de nacht door. De zeer realistisch gefilmde onenightstand mondt uit in twee ononderbroken bekentenissen, waarin beiden scherp en eerlijk oordelen over hun eigen falen. Alles speelt zich af binnen vier muren; de kleine kamer verandert in een soort biechtruimte, waaruit debuterend regisseur Anne Émond het maximale weet te halen. Ze zijn begin dertig, en voelen zich allebei verloren. Nikolaï ziet zichzelf als mislukte hemelbestormer, iemand die zich stort op de literatuurklassiekers maar geen boek uitleest. Hij is op een cynisch eindpunt beland: ‘Ik walg van het moderne leven. Je kunt maar beter alleen zijn.’ De mysterieuze, mooie Clara blijkt een dubbelleven te leiden: overdag is ze lerares op een basisschool, ’s avonds zoekt ze een radicale uitweg voor haar ontheemde gevoel. Net als in haar korte films onderzoekt Émond in haar Kammerspiel de eenzaamheid die met seks en zelfs met liefde nauwelijks valt te bestrijden. Individualisme brengt in haar werk vooral wanhoop voort.