In Frankrijk kijkt sinds de Nouvelle Vague niemand meer op als een criticus een film maakt, maar in de meeste landen is en blijft het bijzonder. Jung Sung-Il, een van de belangrijkste Koreaanse filmcritici, debuteert met een wonderlijk geslaagde, meer dan drie uur durende tragisch-romantische stream-of-consciousness film, waarin hij de bewondering voor zijn voorbeelden niet onder stoelen of banken steekt.
Integendeel, dat vermogen tot bewonderen is hier een creatieve kracht. Het verhaal - over een muziekleraar die op kerstavond in de steek is gelaten door zijn minnares - is ontleend aan Dostojevski’s Witte Nachten en Goethe’s Het lijden van de jonge Werther. De handeling is verplaatst naar hedendaags Seoul. Maar wie daar een film draait, ontkomt niet aan politiek, politie en demonstraties: het dromerige Café noir staat midden in de echte wereld. Met zijn ‘hommages’ aan Hong Sang-Soo, Bong Joon-Ho, Park Chan-Wook en Kim Ki-Duk ook een compendium van tien jaar recente Koreaanse filmgeschiedenis.