Mehmet komt uit een kleine stad in westelijk Turkije, maar vanwege zijn ongebruikelijke donkere huidsteint wordt hij vaak aangezien voor een Koerd. Dit is slechts een van de vele misvattingen en vooroordelen die ontstaan door de ingewikkelde structuur van de Turkse samenleving. Mehmet is nog maar pas in Istanbul, waar hij een kamer deelt met vier andere mannen en een karig belegde boterham verdient met het opsporen van lekken in de ondergrondse waterleidingen. Merkwaardig genoeg sluit hij vriendschap met Berzan, een door de wol geverfde Koerd die illegale muziekcassettes verkoopt. Berzan houdt zijn politieke betrokkenheid met de ondergrondse Koerdische beweging geheim, totdat Mehmet per abuis in de cel belandt en bijna wordt doodgeranseld vanwege zijn donkere huid. Er gebeurt van alles en de vrienden besluiten om naar de geboorteplaats van Berzan aan de grens met Irak te gaan. Deze tweede speelfilm van Yesim Ustaoglu is een boeiend en treffend portret, dat uitgesproken documentair aandoet, van de onderdrukking van de Koerdische minderheid in Turkije. Zij neemt ons mee door de straten van Istanbul, een wereldstad vol tegenstellingen waar het oosten en het westen elkaar soms echt lijken te ontmoeten maar die toch in de eerste plaats een chaotische jungle is die barst van de culturele, economische en sociale conflicten. Naarmate de twee vrienden verder naar het oosten reizen, krijgen we een ander Turkije te zien, kalmer, en schilderachtig. De berooide Koerden en de vergeten dorpjes van Anatolië vallen daardoor nog meer op. Je ergens thuis voelen valt nooit mee, maar de vriendschap tussen deze twee zou wel eens het enige thuis kunnen zijn dat ze ooit zullen hebben. (EY)