Een van de eerste films van de Vierde Generatie illustreert de urgentie, en soms het grove, oprechte geweld van de eerste fase van de betrokkenheid die deze filmmakers hadden met geschiedenis en filmkunst. De naïeve toewijding aan de waarheid van de eerlijke verslaggever Fu Bin plaatst hem direct tegenover zijn opportunistische collega’s, en zeker tegenover de hypocriete ambtenaren die tijdens de Culturele Revolutie zijn journalistieke ethiek schaamteloos uitbuiten vanuit ideologische motieven. Een integere chirurg die gedwongen wordt als portier te werken in zijn ziekenhuis, wordt ritueel vernederd tegenover Fu Bin, die een artikel moet schrijven ten faveure van de belagers van de chirurg. De beroepsmatige en ethische conflicten van Fu bedreigen uiteindelijk zowel zijn werk als zijn gezinsleven, terwijl zijn mentale strijd het discursieve niveau bereikt. De film speelt met slow en stop motion, gescheiden geluid, abstracte kleureffecten, razendsnelle montage en uiterst bizarre fantasiesequenties. Het opmerkelijkst zijn de uitstapjes naar een droomwereld die uit het verhaal breken, waaronder een akelig hilarisch nazi-/SM-banket met demonische ambtenaren. Het gerationaliseerde absurdisme van Yang voorafschaduwt de post-socialistische cinema van Huang Jianxin, hoewel hun stijl directer is en een web spint van angst dat nauwelijks nog een moreel bewustzijn kan bevatten, omdat het vermalen wordt door politieke aanvallen. (SK)