The Alley is mainstream verhalende cinema met een dosis avant-gardistische speelsheid, en het resultaat is duizelingwekkend verontrustend en opwindend. Regisseur Yang Yanjing speelt een filmregisseur (speelt hij zichzelf, of een versie van zichzelf die deze film maakt?) die een aankomend scenarioschrijver filmt (Guo Kaimin) die zijn script probeert te slijten aan een regisseur die ook weer door Yang wordt gespeeld; het is dus een film in een film in een film. Ze bespreken het onvolledige script en de film (welke film? Geregeld weten we niet op welk van de drie niveaus van het verhaal van de ‘film’ we zitten) visualiseert alle mogelijkheden. Guo Kaimin en de vrouwelijke ster Zhang Yu – in de rol van jonge vrouw die zich vermomt als man om te ontsnappen aan haar achtervolgers van de Rode Garde – werden hét romantische filmduo van begin jaren tachtig. Er zitten dubbelzinnig opgezette travestiescènes met Zhang in de film, waarin op een gewaagde manier wordt ingespeeld op de seksuele aantrekkingskracht tussen man en vrouw. Yang is baas over zijn eigen experimentele neigingen (die al bleken uit Troubled Laughter, 1979) en weet deze te verwerken in de visuele stijl, verhaalstructuur en gesuggereerde ontologische dimensies van de film. In de opsplitsing in drie mogelijke eindes, gaat de film als verhaalexperiment tot aan de grenzen van wat binnen de populaire Chinese cinema nog kan. Een merkwaardig, maar meesterlijk staaltje van Vierde Generatiefilmen. (SK)