Films worden te vaak bijzonder genoemd. Want hoe kan deze film nog omschreven worden? Een film waarin de dialogen gezongen worden, maar die alle optimisme en levensvreugde van de musical lijkt te negeren. Een film die klinkt als een opera, maar alle theatraliteit van deze oude kunstvorm omzet in een asgrauw en uitzichtloos realisme. Een film over een junkie waarin de moderne stadse wereld geen rol speelt en religiositeit bijna tastbaar aanwezig is. En met een heilige die meer copuleert dan een hoer. Ja, dat moet je een bijzondere film noemen. Johanna’s karakter is gemodelleerd naar Jeanne d’Arc, maar de kerkelijke tribunalen en slagvelden van de Middeleeuwen zijn vervangen door de bevolking van een hospitaal in ernstig vervallen staat. De drugsverslaafde Johanna wordt er na een ernstig ongeluk in comateuze staat binnengebracht. De artsen lijken er zeker van dat ze zal sterven, maar als door een wonder overleeft ze. Om haar dankbaarheid voor het wonder te tonen helpt ze na haar genezing als vrijwillige en ook opmerkelijk gewillige verpleegster de patiënten te verzorgen. En het blijft niet bij verzorgen. Ze ontdekt dat ze zieken kan genezen door de liefde met hen te bedrijven. Johanna is een film die in alle opzichten gewaagd en compromisloos genoemd kan worden. Een opmerkelijk stijlvaste film ook, waarin de moedige onderneming van een zwaarmoedige en melancholische filmopera met verve tot het einde toe wordt volgehouden. (GjZ)