Turning Gate

Hongs immer terugkerende onderwerp, al duidelijk in zijn Tiger Award winnaar The Day a Pig Fell into the Well, is de manier waarop we onszelf misleiden en tegenspreken in zaken van liefde en/of lust. Hoe meer hij erover nadenkt, hoe grappiger hij het vindt. Deze keer splijt zijn plot de film netjes doormidden. Werkloos acteur Kyung-Soo reageert impulsief op een telefoontje van een oude studiegenoot en bezoekt hem in Chuncheon, een provinciehoofdstad beroemd om haar meren. Daar heeft hij een affaire met een danslerares, die de vriendin blijkt van zijn onfortuinlijke gastheer. Meer uit zijn doen vanwege haar liefdesbetuigingen dan vanwege het belazeren van zijn gastheer, gaat Kyung-Soo ervandoor. Hij neemt een trein en raakt aan de praat met Sun-Young, die hem herkent van zijn toneelwerk. Hij stapt uit in Kyungju en achtervolgt haar. De volgende dag belandt hij in haar bed. Nu is Kyung-Soo degene die smeekt; Sun Young reageert op een manier die hem vloert. Verbazingwekkend genoeg schreef Hong dit verhaal dag na dag tijdens de opnamen. Het resultaat is geen losse improvisatie, maar een complex en gedetailleerd netwerk van verwikkelingen zoals je dat in negentiende eeuwse fictie kunt aantreffen, een vorm die expliciet wordt opgeroepen door de zeven hoofdstuktitels. De twee helften zijn doorspekt met echo’s, parallellen en omkeringen. Ongemeen grappig. Tony Rayns