Sinds 1984 bouwt Frédéric le Junter geluidsmachines en instrumenten met gevonden 'materialen' (touw, wind, percussie). Geleidelijk aan construeerde hij een vocabularium van geluiden die tot de creatie van akoestische landschappen leidden. Concerten maken stilaan plaats voor visuele kunst. In de tentoonstelling presenteert hij mechanische installaties in de stijl van de outsider art. Zijn 'Lichtmachines' bestaan uit omgebouwde overheadprojectoren die op grote stapels piepschuim beelden projecteren van automatische armen die in het zand schrijven.