Abbas Kiarostami ontving in 1997 van de Verenigde Naties de Fellinionderscheiding voor zijn humane films. Op uitnodiging van de IFAD (International Fund for Agricultural Development, een onderdeel van de Verenigde Naties) reisde Kiarostami in 2000 met een van zijn medewerkers af naar Kampala in Oeganda, om research te doen voor een mogelijke documentaire over de 1,6 miljoen weeskinderen in dat land. Met twee DVcamera's maakten ze daar opnamen, die moesten dienen als achtergrondmateriaal, notities als het ware, voor de documentaire. Maar toen Kiarostami de eerste beelden terugzag, besloot hij dat dit materiaal eigenlijk al een documentaire op zich was. Zo maakte Kiarostami min of meer toevallig zijn eerste DVfilm.Vanaf de eerste fax van het IFAD die uit het faxapparaat komt rollen tot en met de laatste beelden die zijn gefilmd vanuit een vertrekkend vliegtuig, volgen we de reis van de Iraanse filmmakers. Kiarostami filmde de gezichten van duizenden kinderen en interviewde talloze vrouwen wier mannen zijn gestorven aan Aids. De spontaniteit van het filmen en van het gefilmde maken de dubbele realiteit van Afrika extra duidelijk: het aanpassings en overlevingsvermogen van de kinderen, hun optimisme en hoop, ondanks de pijn van jaren van burgeroorlog en de verwoestende uitwerking van Aids.
- Filmmaker
- Abbas Kiarostami
- Productielanden
- Iran, Frankrijk
- Jaar
- 2001
- Festivaleditie
- IFFR 2002
- Lengte
- 84'
- Medium/Formaat
- 35mm
- Talen
- Engels, Farsi
- Producenten
- A. Kiarostami Production, MK2 Productions
- Sales
- MK2
- Editor
- Abbas Kiarostami