‘Ik ben de mijnen ingegaan. Daar vond ik iemand die wel gefilmd wilde worden, die in de camera wilde kijken. Maar hij was een arbeider.’ (Robert Frank) Tierney vindt dezelfde kracht in de ogen van Winnie Collins’ bende in het zuidelijk havengebied van Dublin. Een stel ketende kinderen, dansend op de valse klanken van een begrafenismars.