Het boek De eilanden van Albert Alberts was voor filmmaker Jan Willem van Dam aanleiding om zijn leraar Nederlands op de middelbare school, G.C.M. Pijnenborg sj., op te zoeken. Bij de hernieuwde kennismaking laat de filmmaker al snel het oorspronkelijke idee varen om bij de voor hem destijds zo invloedrijke man te achterhalen hoe en wie hij als middelbaar scholier was, want de leraar blijkt zich vooral zijn broer te herinneren. Dus gaan ze, in de woorden van de filmmaker, over 'tot het verafschuwen van vroeger tijden en het maken van een film.'Die film bestaat uit aan sommige Russische films herinnerende beelden van donkere landschappen, kalme beelden van de eetzaal in het jezuïetenklooster waar de oudleraar woont, maar ook geënsceneerde scènes. Van Dam lijkt op zoek naar een levenshouding en toont en passant de vergeten, verborgen 'toon' van een schijnbaar verdwenen Nederland. De filmmaker regisseerde zijn documentaire met een citaat van Nietzsche in zijn achterhoofd: 'Er worden in het ascetisch ideaal zoveel bruggen naar de onafhankelijkheid gewezen, dat een filosoof niet zonder inwendig jubelen en applaudisseren naar het verhaal van al die vastbeslotenen die op een dag nee zeiden tegen alle onvrijheid en de een of andere woestijn indoken, kan luisteren. Zelfs indien het alleen maar sterke ezels en het volstrekte tegendeel van een sterke geest waren.'
- Filmmaker
- Jan Willem van Dam
- Première
- Wereldpremiere
- Productieland
- Nederland
- Jaar
- 2001
- Festivaleditie
- IFFR 2001
- Lengte
- 70'
- Medium/Formaat
- 16mm
- Taal
- Nederlands
- Producenten
- Jan Willem van Dam, Nico Bunnik
- Sales
- Jan Willem van Dam
- Scenario
- Jan Willem van Dam
- Camera
- Jan Willem van Dam, Nico Bunnik