Tijdens het eerste weekend van het festival zal op het Schouwburgplein een groot, indrukwekkend LED-outdoor-scherm geplaatst worden om de passage tussen de Schouwburg en het Pathé-theater tijdens de koude winterdagen van enige warmte te voorzien. Op deze enorme eye-catcher wordt een aantal onderdelen van het festivalprogramma vertoond: de loop Temps/Travail van Johan van der Keuken, eventueel een aantal producties in het kader van Exploding Cinema Japan en een paar Sonic Fragments (zie aldaar), en in ieder geval Music for Airports van Frank Scheffer, dat tijdens het afgelopen Holland Festival in première ging op de luchthaven Schiphol.De transformatie van het muzikale principe naar beeld is het uitgangspunt van veel films van Frank Scheffer. Aan de basis van Music for Airports liggen oorspronkelijke composities van Brian Eno. Scheffer voorzag Eno’s ambient music van beelden die eenzelfde functie hebben als de muziek: aanwezig maar niet nadrukkelijk, interessant maar niet opdringerig. Het is de bedoeling dat deze beelden worden vertoond op publieke plekken waar ze deel gaan uitmaken van de omgeving. In tegenstelling tot het ritme van videoclips, nieuwsflitsen of commercials, moeten de ‘omgevingsbeelden’ rust uitstralen.
De onscherpe, overbelichte beelden die Scheffer in Music for Airports gebruikt, vinden hun oorsprong in zijn experimentele films waarvoor hij gebruik maakte van het toeval in de opname en montage. Scheffer noemde het resultaat ‘de emancipatie van de onscherpte’. Zowel Eno als Scheffer werden geïnspireerd door het werk van de Amerikaanse componist John Cage, die componeerde met behulp van toevalsoperaties gebaseerd op het oude Chinese boek I Ching. Brian Eno, die zelf ook al eens een videoinstallatie rond zijn Music for Airports maakte, werd voor zijn beelden geïnspireerd door het Russische suprematisme van onder anderen Malevitsj. De beelden van Scheffer hebben een meer organisch karakter, gerelateerd aan de klank van de instrumenten, en zijn eerder geïnspireerd op vroege waterverfschilderijen als die van Klee en Kandinski.