De film heeft in eerste instantie het uiterlijk van de klassieke documentaire zoals Robert Flaherty ze heeft gemaakt. Vooral Nanook of the North (1927) lijkt een directe inspiratiebron. Gevorkian lijkt enkel en alleen oog te hebben voor de oude gewoonten en rituelen van de Nivkhs, de Siberische Eskimo’s die leven op het eiland Sakhalin tussen Siberië en het noordelijkste deel van Japan.Maar Pegnij pes begushij kraem moria is feitelijk een op een scenario gebaseerde speelfilm waarin de Nivkhs zichzelf spelen. Het verhaal is ontleend aan een vertelling van de Kirghisische schrijver Chinghiz Aitmatov. De naturalistische en naar authenticiteit strevende interpretatie van Gevorkian geeft het verhaal een epische allure.De cineast neemt in eerste instantie ruim de tijd om de specifieke leefwijze van de Nivkhs te tonen, zoals de animistische rituelen, de op eeuwenoude tradities gebaseerde ambachtelijke vaardigheden en de dagelijkse strijd om te overleven met behulp van prehistorische jacht- en vismethoden. Pas na een uur begint de film zich te verdichten tot een verhaal over het jongetje Kirisk dat, op zijn tiende jaar, met zijn vader en grootvader voor het eerst op zeehondenjacht gaat. Een dramatische tocht waarvan de jongen alleen zal terugkeren. Gevorkian werkte, onderbroken door soms lange tussenpozen, meer dan tien jaar aan deze ode aan een oud natuurvolk. Hij demonstreert in zijn film een feilloos gevoel voor de ontroerende kracht van het ongepolijste, van een dwarse timing, van het amateuristische en het documentaire.