De door Chaplin gespeelde titelheld is koning Shadov. Zijn naam kan worden uitgesproken als ‘shadow’ of ‘shadow off’, maar hij kan in de film nog niet eens in de schaduw staan van de machtige persoon die hij ooit was. Via de anachronistische figuur van de koning in ballingschap in het moderne New York behandelt Chaplin thema’s als de uitwassen van ideologieën, de manipulatie van kinderen (zijn eigen zoon Michael speelt een interessante rol als jonge dwarsligger), het nachtleven in New York, het hofleven, atoomenergie en nog vele andere zaken die haaks op elkaar staan.De film werd door Chaplin in exil in Londen gemaakt. A King in New York is op te vatten als een parabel van Chaplins eigen ballingschap tijdens de naoorlogse communistenjacht. De film kon tot 1973 niet in de Verenigde Staten worden vertoond omdat men Chaplin verweet dat het een anti-Amerikaanse film was. In feite is het een subtiele en milde satire op maatschappelijke taboes, heksenjachten en de technologie van de jaren vijftig.De film werd indertijd evenmin goed door de kritiek ontvangen; men miste de oude burleske Chaplinfiguur en had geen oog voorde rijkere en modernere interpretatie van zijn personage. Ook grote Chaplinaanhangers als André Bazin waren teleurgesteld. Bazin vond de maatschappelijke analyse te mager, maar moest toegeven dat de mise-en-scène ‘sublime’ was. De herwaardering van onder andere deze late Chaplin is overigens al enige tijd geleden ingezet, onder meer door Jean Domarchi en Jean-Claude Biette in de Cahiers du Cinéma.